zondag 28 april 2013

Booty looting


Booty looting


28 November 2012. Ik zit in de zaal van de stadschouwburg in Leuven om naar een dansvoorstelling van Wim Vandekeybus te gaan kijken, niet wetend wat ik moet verwachten. Goed zicht op het nog bijna lege podium. Het enige wat zich op dat podium bevindt is een projectiescherm en wat platen.

Het licht gaat uit. Er komt een vrouw op die over het podium sleurt met lichamen die in vilt gewikkeld zijn. Later blijkt dat dit de lichamen van haar zonen waren. De vrouw is Birgit Walter. Dan komt er een man op, ik denk dat we terug in de tijd waren, die vertelt over een gebeurtenis waar de vrouw deel van uitmaakte. Die gebeurtenis, vertelde hij, zouden ze nu naspelen. De lichamen die in vilt gewikkeld waren, werden wilde coyotes.


Alles volgt elkaar op en je moet je best doen om te blijven volgen. Je wordt meegesleurd in het verhaal. Er wordt verteld, gepraat, gedanst, muziek gespeeld en gefotografeerd. Want dat is waar het hier voor een deel om draait: fotografie. Een foto doodt het heden en bevriest het verleden. Herinneringen wortelen in deze bevroren momenten en groeien. Herinneringen zijn vaak misvormingen van het verleden. Een gebeurtenis die we meemaakten in het verleden blijft ons bij aan de hand van fragmenten van die gebeurtenis, beelden, herinneringen aan details, geuren. We herinneren ons nooit de volledige gebeurtenis, anders zouden we ze volledig herbeleven, en ons dus echt terug in het verleden bevinden. Doordat een herinnering wordt opgebouwd uit fragmenten, wordt het verhaal misvormd, het verhaal bedriegt ons. We bedriegen onszelf door die fragmenten aan elkaar te ‘breien’. We creëren een nieuw verhaal. Door elementen toe te voegen of weg te laten, kunnen we dus ook van elke herinnering meerdere verhalen schrijven, meerdere versies, meerdere scenario’s. Het is ons beleven van het heden dat bepaalt welke van die scenario’s we verkiezen, voor welke versie we opteren. En vandaag kan onze keuze anders zijn dan gisteren of morgen.

Dit stuk wordt samengesteld door verschillende herinneringen van verschillende personen. Het ene moment rijden de dansers op kartonnen paarden en het volgende moment ben je op een bruiloft. Dan smeert een vrouw zich in met iets wat lijkt op gips en bloed terwijl er foto’s van haar worden gemaakt die rechtstreeks op een scherm worden geprojecteerd. Heel verwarrend.

Waarmee ik niet wil zeggen dat ik het niet goed vond. Het was adembenemend en interessant. Overal waar je kijkt valt wel iets te zien, waardoor het moeilijk is om te kiezen naar wat je kijkt. Het is moeilijk om er een precieze mening op te plakken omdat ik niet precies weet wat te denken. Ik vertel dit verslag ook aan de hand van hoe ik het ervaren heb, zonder te weten wat er juist gaande was. Ik denk dat ik het nog een keer zou moeten zien om het beter te begrijpen.

Wim Vandekeybus staat bekend om zijn verwarrende producties.
Ruth De Norre








Cities like open air museums


21 oktober 2012,

Cities like open air museums – Arne Quinze


Cities like op air museums, een tentoonstelling over Arne Quinze, in de Venitiaanse gaanderijen in Oostende. Een ideaalbeeld van Arne Quinze, die ervan droom om van elke stad een openluchtmuseum te maken. De tentoonstelling toont het werk van Arne Quinze zoals je het anders niet te zien krijgt. Geen eindresultaten, wel ideeën, schetsen, maquettes, video- en fotomateriaal.

Op deze tentoonstelling kom je meer te weten over het hele proces, van het idee tot de realisatie. In de docufilm die er wordt afgespeeld vertelt hij meer over zijn visie op steden. Hij streeft er naar om van elke stad een soort openluchtmuseum te maken. De confrontatie wordt aangegaan met de mens omringd door kunst, waarin de mens geen keuze heeft om de kunst te negeren. Hij vindt dat kunst een positieve invloed op mensen heeft, het opent hun blik en maakt hen toleranter voor verschillen in de samenleving. Zijn werken zijn imponerend, en hebben een hoger doel, namelijk: de mensen terug bij elkaar brengen.

Een van de nieuwe ruimtelijke installaties van Quinze zijn de ‘Rock Strangers’. De grote vervreemde metalen blokken staan op de dijk van Oostende, meer bepaald op het Zeeheldenplein. Hierin laat Quinze weer zijn bedoeling blijken; een soort openluchtmuseum dat leeft rond de mensen. Het contrast tussen zijn houten installaties en deze metalen rotsen is dat de houten constructies je bijna willen omhelzen, terwijl de metalen rotsen misschien eerder confronterend en afstotend zijn. Quinze vraagt zich af hoe mensen reageren als er plots vreemde objecten in je stad staan, als je normale omgeving wordt binnengedrongen door iets ongewoons. De vraag hoe je moet omgaan met iets vreemd, iets wat je niet kent, is hier belangrijk. Hij wil ons weg van het gebruikelijke, huiselijke leven. Je kan ervoor kiezen de beelden uit de weg te gaan of je probeert de beelden een betekenis en plaats in je leven te geven. ‘Rock Strangers’ is een blijven werk. De meeste van zijn werken zijn echter tijdelijk van aard, maar ook dat is doelbewust. Eerst word een bepaalde leegte in de stad opgevuld en na een tijdje wennen de mensen aan het werk en gaan ze het vanzelfsprekend en gewoon vinden dat het er staat. Als je dan na een tijdje het werk weer weghaalt, lijkt de leegte veel groter. Dat zorgt ervoor dat mensen gaan nadenken en zullen verlangen naar meer.

Eerlijk gezegd ben ik geen grote fan van Arne Quinze, maar door naar deze tentoonstelling te gaan is mijn kijk op hem toch een beetje veranderd. De betekenis die achter zijn werk schuilt gaat veel verder, het is meer dan gewoon een constructie. Vaak als je een kunstwerk op straat ziet kijk je er wel eens naar, maar dat is het dan ook. Hier ga je echt dieper in op het kunstwerk en leer je het begrijpen. Het was interessant om er meer over te weten te komen. Het hele werkproces en zijn ideeën worden in deze tentoonstelling op verschillende manieren weergegeven.